Er zijn verschillende printtechnologieën die kunnen worden gebruikt voor het transferprinten van niet-geweven stoffen. Hier zijn drie veelgebruikte technieken:
Dye-sublimatie: Dye-sublimatie omvat het afdrukken van het ontwerp op transferpapier met behulp van speciale dye-sublimatie-inkten. Het transferpapier wordt vervolgens op de niet-geweven stof geplaatst en er wordt warmte toegepast om de inkt te activeren, waardoor deze als een gas van het papier op de stof wordt overgedragen. Het gas dringt door de vezels van de stof en stolt tijdens het afkoelen, wat resulteert in een duurzaam en levendig beeld.
Warmteoverdracht: bij warmteoverdracht wordt het ontwerp op transferpapier afgedrukt met behulp van standaard inkjet- of laserprinters. Het transferpapier wordt vervolgens op de niet-geweven stof geplaatst en er wordt warmte toegepast om de inkt te activeren, waardoor deze op de stof wordt overgedragen. De inkt hecht zich aan de vezels van de stof, wat resulteert in een permanent beeld.
Direct-to-Fabric: Direct-to-fabric printen houdt in dat het ontwerp rechtstreeks op de niet-geweven stof wordt geprint met behulp van gespecialiseerde inkjetprinters. De inkt wordt geabsorbeerd door de vezels van de stof, wat resulteert in een duurzame en hoogwaardige afbeelding. Direct-to-fabric printen wordt meestal gebruikt voor kleinschalige projecten of aangepaste bestellingen, omdat het duurder en tijdrovender kan zijn dan andere printmethoden.
Elk van deze
aangepaste transferdruk niet-geweven stoffen technologieën heeft zijn eigen voor- en nadelen, en de keuze van de techniek zal afhangen van factoren zoals de complexiteit van het ontwerp, de omvang van de bestelling en de gewenste duurzaamheid van de gedrukte afbeelding.